Marjan B2

Jeugdhulp is gebaat bij sterke samenwerking met partners


Op een drukke dag, tussen de bedrijven door belde Marjan mij op. Ze vertelde dat ze een idee had dat we moésten uitwerken. Ik was onmiddellijk enthousiast. We zijn nu enkele maanden verder en het ontwerp van ‘Jeugdhulp op toernee’ is af. Het is een leertraject bedoeld voor mensen uit de Jeugdzorg. Het leertraject gaat helemaal uit van de kracht van nieuwsgierigheid. Deelnemers bereiden een werkbezoek bij een partnerorganisatie of collega voor met de bedoeling hiervan te leren en mensen te leren kennen. Hier kun je direct je voordeel mee doen in je eigen praktijk, juist nu de decentralisatie nieuwe vragen met zich mee brengt en andere samenweringen met partners in de gemeente.

 

Deze blog doet verslag van een interview met Marjan Besemer over de oorsprong van dit traject. Marjan werkt bij het William Schrikker Expertisecentrum als adviseur leren en ontwikkelen.

 

Wanneer begon het bij jou te kriebelen?

"Het begon allemaal toen ik een casuïstiekbespreking bijwoonde als nieuwsgierige toehoorder. Zo’n bijeenkomst duurt twee-en-een-half uur. Ik was er het eerste deel bij. Zo’n bespreking wordt gebruikt om enkele kinderen diepgaand te bespreken”.

 

Hoe raakte je verzeild bij die bespreking?

"Ik werk bij een expertisecentrum binnen de jeugdzorg. Het gevaar is dat je bij dat type werk de voeling met de eigenlijke praktijk - waar het allemaal gebeurt - verliest. Vandaar dat ik dit casusoverleg bijwoonde. Ik schuif ook wel eens aan bij een teamoverleg. Meestal luister ik gewoon mee. Vooraf vraag ik meestal wel of ik een vraag mag stellen".

Goed, en wat gebeurde er tijdens dit overleg dat jou aan het denken zette?

"Het viel mij op dat de casuïstiek ging over onbegrip bij samenwerkingspartners. Het ging om een meisje van 16 waar zorgen over waren. Het team besprak dit. Ze hadden het erover dat de school eigenlijk niet deed niet wat ze moest doen en dat de opvoedpoli misschien wel wat voor de vader van dat meisje kon betekenen maar niks kon doen omdat er geen ‘hulpvraag’ was. De gezinsvoogd hoopte juist dat de medewerker van die opvoedpoli toch wat meer initiatief zou nemen. Ik dacht bij mezelf 'Wat werken de begeleiders toch vanuit verschillende posities. Waar de één juist in actie komt in opdracht van een kinderrechter, kan de ander pas iets gaan betekenen als de betrokkene zelf een vraag neerlegt en om hulp vraagt. Dat levert tussen die hulpverleners onderling wel eens verwarring en onbegrip op. Ter plekke ontstond het idee om eens op een andere manier met de medewerker van de opvoedpoli contact te leggen. Niet direct vanwege de hulp voor dat meisje, maar gewoon om wat meer inzicht te krijgen in elkaars werk en elkaars positie. Elkaar leren kennen buiten de reguliere overleggen om".

Een kijkje in de keuken van de opvoedpoli dus?

“Ja precies, dat was het idee. Zo kun je begrip krijgen voor elkaars positie. Een keer zonder dat de aanleiding direct een cliënt is. De jeugdzorgwerker is een regisseur die een rol heeft in het afstemmen op elkaar van verschillende partijen. Helemaal nu in 2015 nog veel meer samengewerkt moet worden in wijkteams. Mijn idee is dat zodra je nauwer contact hebt met mensen, je elkaar ook gemakkelijker kunt vinden en beter een beroep kunt doen op elkaar".

Zijn de partijen die jongeren begeleiden zo onbekend met elkaar?
"Als jeugdwerker heb je soms wel twintig kinderen onder je hoede. Kinderen wonen soms thuis, soms bij pleegouders, soms in een instelling. Je bent ervoor verantwoordelijk dat het kind veilig kan opgroeien dus ga je er regelmatig naartoe. Je leert vanzelf de andere betrokkenen kennen – want vaak zijn er meerdere hulpverleners of instanties betrokken bij een gezin. Dat kan de buurtregisseur zijn, de huisarts, de woningbouwvereniging maar ook de leerkracht van school of de begeleider van een pleeggezin. Het zou de begeleiding ten goede kunnen komen als je een goede samenwerking hebt met deze partijen. Als je elkaar makkelijk weet te vinden als je elkaar nodig hebt. En als je van elkaar weet wat je wel en wat je niet kunt doen voor een kind of jongere".

Je bent zelf ook wel nieuwsgierig, niet?
“Ja, zeker! Ik wilde vroeger journalist worden. Het leek me mooi dat je dan overal kunt binnenstappen en vragen kunt stellen. In dit leertraject maak je gebruik van die nieuwsgierigheid maar dan zonder de kritische rol van journalisten. Je bent niet bezig om iets aan de kaak te stellen maar om leren tussen partijen te bevorderen. Ik hoop van harte dat ik met de nieuwsgierigheid van mijzelf straks ook de deelnemers kan uitnodigen om op onderzoek uit te gaan”.


Wil je meer informatie over het leertraject? De eerste bijeenkomst gaat van start op dinsdag 23 september.

 

In deze reeks verscheen ook 'Drie ontwerpprincipes om te ontwerpen voor nieuwsgierigheid' en 'Een 'kijkje in een heel andere wereld’ kan leren bevorderen'..